Categorieën
Uncategorized

Lichaam en fenomenologie

Bewustzijn is bij de dingen zijn door tussenkomst van het lichaam.’

Merleau-Ponty

Merleau-Ponty gaat uit van de ervaring van het lichaam. Wanneer je jouw rechterhand op je linkerhand legt ervaar je je lichaam van binnen uit. Met de tastzin voelt je linkerhand de zachte of harde vlezige aanraking van de rechterhand. En de rechterhand voelt de huid, de botten de warmte of de kou van de linkerhand. Met dit voorbeeld maakt Merleau-Ponty de geleefde ervaring van lichaam zijn toegankelijk. Maar er is meer: ook de geest is. Aan de hand van fantoompijn maakt hij duidelijk dat het lichaam niet een louter materieel ding is. De mens is niet een geest en een lichaam, maar een geest met een lichaam. Hiermee heft hij de kunstmatige scheiding op. Geest en lijf zijn niet te scheiden.

Merleau Ponty ziet het lichaam als middel van waarneming én als middel van expressie. ‘Het verband dat we met de dingen hebben, is niet afstandelijk. Elk ding spreekt tot mijn lichaam en tot mijn leven. De dingen worden met menselijke karaktertrekken bekleed, zoals meegaandheid, zachtheid, vijandigheid of taaiheid.’

Alles heeft een eigen belevingskwaliteit. Die kwaliteit vangen wij op door ons lichaam. Licht en donker zijn componenten van de ruimte en hebben een belevingskwaliteit. Warmte, kou, alles wat wij met ons lichaam kunnen ervaren en doormaken, heeft gevolgen voor hoe wij met ons lichaam reageren op de werkelijkheid en hoe wij werkelijkheid maken.

Ieder mens drukt iets uit. Geen enkel mens kan zuiver geest zijn. Ik ken anderen slechts door hun blikken, hun gebaren, hun woorden. ‘Kortom, ik ken ze slechts door hun lichaam. Natuurlijk kan ik een ander niet zomaar reduceren tot zijn lichaam. Het gaat dan om het lichaam dat is bezield door allerlei intenties, een subject van de vele handelingen of bedoelingen die ik mij herinner en die voor mij het morele beeld van iemand scheppen. Ik zou iemand immers niet los kunnen maken van zijn of haar silhouet, de klank van zijn of haar stem en uitspraak. Als ik iemand maar gedurende één minuut zie dan heb ik direct een veel beter beeld van hem of haar dan wanneer ik alles bij elkaar optel wat ik van de persoon in kwestie weet door ervaring en door horen zeggen. […] Het lijkt mij dat er in de totale verschijning van een lichaam een geheel van mogelijkheden ligt besloten die zich nu juist door dit lichaam present stellen.’

De intenties van anderen – en mijzelf – zijn lichamelijk en worden direct door anderen lichamelijk opgenomen. ‘De verschillende perspectieven glijden spontaan in die van anderen over. Dat is een transcendentie, een zichzelf overstijgende beweging vanuit de eigen wereld naar de wijdere gemeenschappelijke wereld.’

Daarbij: het lichaam is meer dan levend materiaal, het lichaam is bezield. Binnen de fenomenologie spreekt men van esprit incarné, belichaamde ziel. Die ziel komt tot uiting in al onze bewegingen en gebaren, in de stem, mimiek, oogopslag en de wijze waarop we lopen, dansen en beminnen. Hierin is ieder mens uniek, net zo uniek als een vingerafdruk. Ieder mens is onvervangbaar en elk menselijk lichaam is de uitdrukking van een uniek wezen.